Foto: Dirk Annemans, via Wikimedia Commons (CC BY-SA 4.0)
BLOG
Walter Grootaers als visionair: De Kreuners en de chip als vroege AI-voorspelling

Hoe De Kreuners in 1980 al AI voorspelden

Stel je voor: het is 1980, thuiscomputers zijn zeldzaam, het internet bestaat niet voor gewone mensen, en toch zingt een jonge Walter Grootaers al over een chip die hem nummer één zal maken.

Het iconische nummer “Nummer één” van De Kreuners lijkt anno 2025 bijna een visionaire voorspelling van artificiële intelligentie. In eenvoudige bewoordingen bezingt het lied hoe een microchip iemands talenknobbel, geheugen, slimheid en succes een enorme boost geeft – precies de dingen die hedendaagse AI-technologieën ook beloven te doen. Toentertijd klonk dat als sciencefiction, nu is het verrassend herkenbaar in ons dagelijks leven.

Dit popliedje uit 1980 vertoont heel sterke parallellen met moderne AI-toepassingen, van vertaalapps tot slimme assistenten …

In 1980 was “de chip” pure sciencefiction

Begin jaren ’80 stond de digitale revolutie nog in de kinderschoenen. Computers waren groot, duur en voor velen iets exotisch. Microchips – piepkleine elektronische hersenen – begonnen net op te duiken in apparaten als rekenmachines en spelcomputers.

De gemiddelde Vlaming had er misschien over gelezen of op tv iets gezien, maar het idee van een chip die je zelf zou kunnen gebruiken om slimmer of beter te worden, klonk als wilde sciencefiction. Films en series fantaseerden over robots en cyborgs, maar in het echte leven tikten we nog op typemachines.

In dié culturele context bracht De Kreuners in 1980 hun debuutsingle “Nummer één”. Het was een rocknummer met een (mogelijks onbewuste) futuristische knipoog: Walter Grootaers zong over “de chip” als wondermiddel.

Een computerchip in je lijf of in je hoofd, dat je ineens supertalenten geeft – voor 1980 een speels en gedurfd idee. De opkomende computercultuur inspireerde duidelijk tot verbeelding. De Kreuners gaven er een eigen twist aan door het te verwerken in een popsong van nog geen vier minuten. Niemand kon toen vermoeden hoe dicht die fantasie de werkelijkheid een halve eeuw later zou benaderen.

“Vreemde talen waren altijd 1 probleem”

Een eerste thema in het lied is het overwinnen van taalbarrières. “Vreemde talen waren altijd een probleem,” klinkt het eerlijk, “dankzij dat ding (de chip) worden zij nu mijn embleem. Nu is het dans la poche”. Grootaers demonstreert het nog geestig door ter plekke zijn beste Frans boven te halen.

Die fantasie van moeiteloos talen spreken is anno nu realiteit. Taalbarrières verdwijnen dankzij AI-gedreven vertaaltechnologie. Denk maar aan apps op je smartphone: je spreekt in het Nederlands en vrijwel direct komt er vloeiend Spaans, Chinees of eender welke taal uit. Je telefoon kan nu een gesprek live vertalen terwijl jij met iemand praat, alsof je een persoonlijke tolk op zak heb. Met Google Translate kun je bordjes in het buitenland scannen of een praatje houden in meer dan 70 talen, realtime en vrijwel automatisch.

Wat in 1980 nog sciencefiction was – een chip die je alle talen laat spreken – doen we nu met alledaagse AI- vertalers. Een zakenreis naar Tokio of een citytrip in Parijs, het is opnieuw“ dans la poche”.

“Mijn geheugen was altijd 1 grote zeef”

In het nummer zingt Walter ook: “Mijn geheugen was altijd één grote zeef, elektronica zet het weer op safe.” Het beeld is duidelijk: zonder hulp vergeten we veel, maar dankzij elektronica is ons geheugen weer veilig en betrouwbaar. Een voor die tijd vooruitziende gedachte – want vandaag gebruiken we technologie precies op die manier als een soort extern geheugen.

Sta er eens bij stil hoeveel we aan onze apparaten toevertrouwen om niet te vergeten. Onze smartphone herinnert ons aan verjaardagen en afspraken, slaat al onze contactpersonen op en weet welke taakjes we nog moeten doen. Foto’s van belangrijke momenten zetten we in de cloud, zodat we ze nooit kwijtraken.

Kortom, elektronica “zet ons geheugen op safe” door alles zorgvuldig te bewaren. Onderzoekers hebben zelfs gemerkt dat mensen informatie beter onthouden als ze het in hun digitale apparaat opslaan. Geen wonder: we leunen op digitale notities, takenlijstjes en zoekmachines om niets over het hoofd te zien.

Slimmer (én creatiever) dankzij de chip

Slimmer worden door technologie – ook dat bezongen De Kreuners met een knipoog. “Mijn IQ is beneden alle peil,” lacht de tekst, “een chip kost geld maar het geeft je dan ook stijl". Al ben je van nature niet geboren met een superbrein, met een geavanceerde chip kom je alsnog slim én cool voor de dag. In 1980 was dat ongetwijfeld tongue-in-cheek bedoeld. Maar kijk eens om je heen in 2025: op zekere manier heeft iedereen nu zo’n “slimme chip” – in de vorm van computers en AI die ons elke dag intelligenter laten optreden dan we op ons
eentje zouden kunnen.

We praten al lang niet meer over de (mijn) prehistorie van bibliotheken en werd Google dé antwoord machine op al onze vragen. We vroegen ons de laatste 2 decennia eigenlijk al af of de suprematie van die populaire zoekmachine ooit zou gaan tanen. En dan plots verschijnt in november 2022 vanuit het niets ChatGPT 3.5.

Binnen de 2 jaar zitten we daarmee op 3 miljard prompts per dag en zien we de google searches verdwijnen als sneeuw voor de zon. AI-assistenten beantwoorden vandaag complexe vragen, schrijven teksten en lossen gratis alle mogelijke problemen op als een hoogbegaafd persoon.

Iemand met een gemiddeld IQ kan met hulp van AI plots antwoorden formuleren of ideeën ontwikkelen op een niveau dat hij zelf niet direct paraat had. Een breinversterker. Als je goed weet hoe je je vraag moet stellen krijg je high level bruikbare inzichten terug.

“Dankzij de chip word ik nummer één”.

En niet alleen slimmer – ook creatiever. Technologie geeft ons creatieve superkrachten die Walter in 1980 niet had kunnen vermoeden. Iemand zonder tekentalent kan met een AI-tool een prachtig schilderij laten genereren. Muzikanten experimenteren met AI om nieuwe klanken of melodieën te verzinnen. Een lied dat volledig door AI was gecomponeerd die viraal gaat, met zangstemmen die klinken als die van wereldsterren Drake en The Weekend zijn standaard koek geworden.

Een video maken meer met meer tools dan Steven Spielberg ooit voorhanden heeft gehad, heeft iedereen nu binnen handbereik en dit voor slechts enkele euro’s per maand!

“een chip… het geeft je dan ook stijl”!

Alles gaat vanzelf: gemak en productiviteit door
automatisering

Naar het einde van “Nummer één” toe spat het optimisme eraf: “Heel de toekomst is nu voor mij… Nu gaat alles als vanzelf.” De chip bevrijdt ons van alle moeite – de toekomst ligt open en alles gaat letterlijk vanzelf. De automatisering en digitale assistentie van vandaag.

Veel dingen die vroeger handenarbeid of veel denkwerk vroegen, gaan nu als vanzelf. Op kantoor sorteert een algoritme je e-mails en stelt al antwoorden voor en fabrieken beschikken nu over robots die meer dan routinetaken uitvoeren.

De productiviteit schiet omhoog doordat computers veel werk uit handen nemen. Zelfs creatief werk of analyse gaat sneller: AI kan in een oogwenk patronen zien in bergen data, of een eerste versie van een ontwerp maken. Wat voorheen uren of dagen kostte, gebeurt nu in minuten – bijna vanzelf.

De belofte uit het lied dat “nu alles als vanzelf gaat” horen we ook van bedrijfsleiders en onderzoekers: generatieve AI en automatisering kunnen een flinke productiviteitsboost geven in de komende jaren. Dat betekent niet dat wíj niks meer hoeven te doen, maar wel dat we steeds vaker het routinewerk aan “de chip” overlaten.

De toekomst die De Kreuners bezongen – eentje waarin het verleden (lees: het moeilijke gedoe van vroeger) voorbij is – voelt herkenbaar. We leven in een tijdperk waarin we erop vertrouwen dat er voor elk lastig karwei wel ergens een digitale oplossing bestaat. Gemak dient de mens, en die mens heeft in 2025 heel wat digitale dienaars.

Walter Grootaers als onverwachte futurist

Dat een Vlaamse rockzanger zulke toekomstbeelden bezong voordat de meeste mensen ooit een computer hadden aangeraakt, is best bijzonder. Natuurlijk was “Nummer één” vooral bedoeld als plezante song, geen wetenschappelijke voorspelling. Maar onbewust kroop Walter Grootaers in de huid van een tech-visionair.

Het mag dan lachend gezegd zijn, het klopt stiekem wel: Walter en zijn band verwoordden een toekomstbeeld dat akelig goed uitkomt.

Wie weet had de zanger destijds sciencefictionboeken gelezen, of gewoon een levendige fantasie over de opkomst van computers. Maar het resultaat is dat hij – wellicht zonder het te beseffen – een aantal kernideeën van AI en digitale tech vooruitblikkend heeft bezongen. Een “onnozele” popsong als glazen bol? Waarom niet! Walter Grootaers komt zo naar voren als een soort onverwachte futuroloog in de Belpop. Met een flinke korrel humor natuurlijk, maar toch. Het laat zien dat inspiratie voor technologische vooruitgang soms uit de gekste hoeken kan komen, zelfs vanop het podium van Humo’s Rock Rally eind jaren ’70.

Popcultuur als voorspeller van de toekomst

Het verhaal van “Nummer één” leert ons iets belangrijks: popcultuur kan opvallend visionair zijn. Liedjes, films, strips – ze verkennen vaak ideeën lang voordat de wetenschap ze kan waarmaken. Zo had Star Trek in de jaren ’60 al iets dat verdacht veel lijkt op een smartphone, en tekenden striptekenaars vliegtuigen en maanreizen nog voor die bestonden. De Kreuners met hun chip-droom uit 1980 aan dat wereldberoemde rijtje toevoegen is nu mogelijks wel iets te veel krediet geven, maar het blijft een leuke en grappige gedachte.